Ferreira Gullar
Rua Duvivier, 49 - 202
22.020-020 - Rio de Janeiro,
RJ
021-541.85.08
Meelker
tacom@worldonline.nl
ROOSTER
De haan
in de stille ruimte.
Haan haan
met zijn schreeuwende kam, strijder,
middeleeuws.
Hij paradeert,
met harde snavel en
sporen, gewapend
tegen de dood.
Hij meet zijn passen. Stopt
Buigt zijn gekroonde kop
in de stilte:
— wat doe ik hier?
— wie is mijn vijand?
Hij loopt.
Op de binnenplaats.
Het beton vergeet
zijn vorige stappen.
Haan: de veren die
opbloeien uit het stille vlees
en de harde snavel en de nagels en het
liefdeloze oog. Plechtige
eenzaamheid.
Wat is de basis van
deze architectuur?
Zou hij weten dat in het binnenste
van zijn lijf, een schreeuw
ontstaat?
Hoe moet je, trouwens,
na afloop,
die verplichte
kraai begrijpen?
Daar klapt hij met zijn vleugels, hij
gaat sterven, buigt zijn duizelingwekkende hals
waaruit de schorre schreeuw weerklinkt
Maar de steen, de dag,
en de woeste haan zelf
weerstaan de schreeuw.
Zo zie je: kraaien is nutteloos.
De haan blijft - ondanks
al dat krijgshaftig vertoon -
alleen, verlaten,
op een binnenplaats ergens op de wereld.
Arme oorlogsvogel!
Nu groeit er een volgende kreet
in zijn geheime
binnenste; een schreeuw
die, zonder veren
en sporen en kam
en bovenal die blik
vol haat,
niet zo rauw
en bloedig zou zijn.
Een schreeuw als duistere en
exceptionele vrucht van deze boom: haan.
Maar die, eenmaal geuit,
slechts onderdeel van de dageraad is.
Página inicial de Ferreira Gular
Página inicial do Jornal
de Poesia
|